Voor taal en lezen spelen thuisfactoren (wordt er voorgelezen, is een kind Nederlandstalig thuis?) bijvoorbeeld een grotere rol dan wat een leraar doet in de klas. Voor rekenen is de invloed van thuis juist kleiner. Het maakt ook uit over welk leerjaar we het hebben, uit welk sociaal-economisch milieu de leerling komt, ja, zelfs in welk land een leraar lesgeeft.
Er zijn veel factoren van invloed op de leerprestaties van leerlingen: de leerling zelf (geslacht, leeftijd, intelligentie, motivatie, inzet), de schoolleider, de schoolorganisatie, de klasgenoten, en zoals al genoemd de thuissituatie. Maar de leerkracht is, van al deze factoren, de meest beïnvloedbare.
Effectieve leraar maakt
anderhalf jaar verschil
In een onderzoek naar de effecten van klassenverkleining op leerprestaties in Tennessee (STAR-project) bleek de factor leerkracht bij lezen voor 7% en bij rekenen voor 13% de prestatieverschillen tussen de leerlingen in één leerjaar te verklaren. Ander onderzoek (Hanushek en Rivkin, 2012) komt tot een gemiddeld leerkrachteffect van 13% voor lezen en 17% voor rekenen en wiskunde. In een analyse van de TIMSS data van Nederlandse leerlingen uit groep 6 bleken kenmerken van de onderwijs in de klas 8,6% van de leerlingprestaties voor het vak natuuronderwijs te verklaren, voor rekenen/wiskunde was dit 11,7% (Meelissen en Luyten, 2011).
De leraar telt dus, maar niet iedere leraar is hetzelfde, toch? In uitleg, omgang met leerling, lesmateriaal, inzet, toetsing verschillen leraren natuurlijk. Volgens Dylan Wiliam (2016) zelfs zo dat de verschillen tussen leraren binnen scholen groter zijn dan de verschillen tussen scholen (school opgevat als de som van in kwaliteit verschillende leraren). De meest effectieve leerkrachten bereiken in een half jaar met hun leerlingen waar de minst effectieve leerkracht drie jaar over doet. Laat dat even inzinken. Je kunt als leerling pech of geluk hebben met de klas waarin je terecht komt.
nog meer lezen?